Interview met Wouter van Veelen, initiatiefnemer van Zeven brieven uit de wereldkerk.
Hoe kwam je op het idee voor dit boek?
‘Naast mijn werk als gemeentepredikant in Tiel doe ik onderzoek naar Afrikaanse theologie. Het viel me op dat veel Afrikaanse theologen het gevoel hebben dat hun werk niet serieus genomen wordt in het westen. Hetzelfde geluid klinkt in Latijns-Amerikaanse kringen. Zelf heb ik de indruk dat in de discussie over kerk-zijn in deze tijd het perspectief van de wereldkerk mist. Dit bracht me op het idee om een bijdrage te leveren aan het gesprek over de kerk in Nederland vanuit het perspectief van het wereldchristendom.’
Welke reacties kreeg je op je idee?
‘Toen ik mijn idee voorlegde aan Klaas Harink, directeur van Verre Naasten, reageerde hij meteen enthousiast. Dit is precies wat we willen, vertelde hij. Tegelijkertijd blijkt het in de kerkelijke praktijk lastig om het gesprek op gang te brengen over wat we van buitenlandse christenen kunnen leren over Jezus volgen in onze eigen context. Klaas moedigde me aan om voor dit project samenwerking te zoeken met GZB en Kerk in Actie. Ook vanuit deze organisaties kwamen positieve reacties; zending is allang geen eenrichtingsverkeer meer, maar een wederkerig proces waarin je samen optrekt en elkaar verrijkt en versterkt.’
Waarom zeven brieven?
‘Dit is natuurlijk een verwijzing naar de bekende zeven brieven uit Openbaring 2 en 3. Openbaring is geschreven in een context van lijden en vervolging. De eerste christenen konden wel wat bemoediging gebruiken. Een hart onder de riem! Tegelijk vallen er soms harde woorden: de kerk moet wel dicht bij het geheim van Christus blijven. Dat evenwicht hebben we proberen te zoeken in deze zeven eigentijdse brieven. We willen ons laten bemoedigen én aanspreken door buitenlandse christenen.’
Wat maakt je enthousiast over dit project?
‘Vooral de poging om echt een gesprek op gang te brengen. Al vroeg zagen we het risico dat de buitenlandse auteurs te weinig feeling zouden hebben met de Nederlandse geseculariseerde samenleving. We hebben daarom bewust gezocht naar deelnemers die al enigszins bekend waren met onze (kerkelijke) cultuur, bijvoorbeeld door een studieperiode in Nederland. Deze mensen hebben we gekoppeld aan een Nederlandse collega, om uit te wisselen over problemen en uitdagingen waar we als kerk in Nederland voor staan. Daardoor gaan de zeven brieven in op thema’s die bij ons enorm spelen, zoals secularisatie, individualisatie, kerkverlating en polarisatie.’
Wat hoop je te bereiken met dit boek?
‘Allereerst dat Nederlandse christenen onder de indruk raken van de rijkdom van het wereldchristendom. God is zoveel groter dan ons eigen, beperkte denken. Hoe bijzonder is het dat je onderdeel mag zijn van deze wereldwijde familie! Daarin zie ik een glimp van Gods oneindige grootheid. Daarnaast hoop ik echt dat in kerken het gesprek op gang komt over wat we van niet-westerse christenen kunnen leren. Hoe ervaren en beleven zij hun geloof, en wat betekent dit voor ons? Wat vinden ze mooi of juist moeilijk aan de manier waarop wij ons geloof vormgeven? Vaak ziet een buitenstaander veel scherper waar het bij een ander misgaat. Mijn gebed is dat dit boek Nederlandse christenen zal stimuleren om Christus nog meer lief te hebben en te dienen.’
(Je vindt de zeven brieven in het boek: Zeven brieven uit de wereldkerk)